Le Sud cs780

 

 

 

 

 

 

 

 

Dane personalne belgijskiego gitarzysty Dirka Serriesa i angielskiego altowiolinisty Benedicta Taylora zosta?y na tych ?amach odmienione przez wszystkie przypadki. Stali Czytelnicy znaj? ka?d? z nagranych przez nich p?yt w duecie, a pewnie tak?e tych nagranych w wi?kszych sk?adach, takich, jak cho?by Tonus. Ale p?yty nagranej w trio z holenderskim drummerem Friso Van Wijckiem nie znaj?. My do niedawna te?! Zatem czym pr?dzej do niej zajrzyjmy! A jest czego s?ucha?, grubo ponad godzina zegarowa zapisu koncertu z Rotterdamu.
Pocz?tek koncertu sprawia wra?enie, jakby muzycy zastygli w bezruchu. Strunowe mikro zgrzyty, kameralne westchnienia i oko?operkusyjne pó?d?wi?ki. Wolna, niemal majestatyczna narracja potrzebuje czasu, by zacz?? okazjonalnie p?cznie? i budzi? u?pione porcje ekspresji. Gdy tak si? dzieje, oba strunowce wchodz? w imitacje, a leniwe perkusjonalia zdobi? ?cieg ich podro?y mikroelementami. Narracja ko?ysze si? na wietrze, z jednej strony szumi cisz?, a drugiej ?piewa subtelnymi frazami gitary i altówki. Ka?dy z muzyków kreuje tu d?wi?ki preparowane, ka?dy z rozwag? stawia kolejny krok, preferuj?c na ogó? minimalistyczn? zadum?. Sporo dzieje si? na perkusyjnym werblu, ale drummer w tej fazie koncertu definitywnie woli pozostawa? w cieniu kolegów. Pierwszy zdecydowany peak emocji muzycy serwuj? nam po up?ywie kwadransa. Szczególnie du?o dzieje si? wówczas po stronie perkusjonalii. W dalszej cz??ci seta narracja raz za razem ?yka porcj? energii, po czym opada na dno i tapla si? w ciszy. Dba?o?? o detale brzmieniowe i sk?onno?? do powstrzymywania si? od nadmiaru akcji rodzi tu wszak?e niebywale pi?kne sytuacje foniczne. Tak dzieje si? cho?by w okolicach 25 minuty. Kilka minut pó?niej narracja przyjmuje form? dronow?, by na trzy minuty przed ko?cem seta zgasn?? do poziomu ciszy absolutnej. Jeszcze tylko kilka nerwowych ruchów perkusjonalii, tudzie? szumi?cych oddechów strun i set pierwszy mo?emy uzna? na zako?czony. Start drugiej opowie?ci obwieszcza basowym stemplem perkusista. Gitara i altówka przez moment sprawiaj? wra?enie, jakby ich struny wzajemnie si? zapl?ta?y. Równomiernie bije za? zegar perkusjonalii i zdaje si? wyznacza? tor dalszej improwizacji. Ma?e melodie altówki, skromne narracje gitary – tak, minimalizm jest tu definitywnie królem polowania. Perkusjonalia syc? opowie?? drobnymi preparacjami i rezonansem wystudzonych talerzy. Nagle pojawia si? d?wi?k harmonijki, ale nie wiemy, kto jest sprawc? zdarzenia. Narracja klei si? teraz z prawdziwych drobiazgów. Dopiero po 10 minucie muzycy zaczynaj? sprawia? wra?enie ?ywych artystów, którzy pragn? budowa? bardziej zdecydowane frazy. Ale cisza wci?? stoi tu? za ich plecami. Przez d?u?sz? chwil? improwizacja zdaje si? by? urokliwie rozko?ysana, wa??sa si? po scenie i czerpie rado?? z kreatywnego lenistwa. Incydentalnie muzycy nasycaj? opowie?? drobnymi p?atami ekspresji. Tu? przed up?ywem 20 minuty proponuj? nam kolejn?, jak?e zmys?ow? faz? szumów i szelestów, po 22 minucie skrzypi? i trzeszcz? w posadach. Pocz?tek dwudziestej pi?tej minuty obwieszcza g?o?ny, teatralny gong. Muzycy ton? teraz w dramaturgicznym suspensie, znów szumi?, j?cz? i wzdychaj?. Fina? koncertu zaczyna realizowa? si? po up?ywie trzydziestej minucie. Wydaje si? by? wyj?tkowo mroczny i tajemniczy. Efekt ca?o?ci dope?nia plejada rezonuj?cych talerzy. (Trybuna Muzyki Spontanicznej)

Geen cover van de Franse chansonnier Nino Ferrer’s gelijknamige zomerhit uit 1975, maar een live concert van het triumviraat Dirk Serries, Benedict Taylor en Friso Van Wijck opgenomen in het Rotterdamse Koffie & Ambacht op Zuid, vandaar ‘Le Sud’.
Het aanwezige publiek kon genieten van drie gediplomeerden op gebied van improvisatie. Gedurende twee sets van elk net iets meer dan een half uur dialogeerden Dirk Serries, Benedict Taylor en Friso Van Wijck volgens de regels van het spel. Dat betekent in dergelijke context volledige vrijheid, respect voor de ander en vooral goede invallen en ideeën op het juiste moment.
Hun respectievelijke achtergronden maakten het allemaal net iets makkelijker om samen naar gemeenschappelijke punten te zoeken. Zo is Taylor een graag geziene gast in film- en theatermiddens als leverancier van soundtracks en wordt hij meer dan regelmatig uitgenodigd door grote ensembles van hedendaags klassiek. Van Wijck is lesgever en flirtte eerder al met zowel een fanfarerepertoire als blues en metal. Serries tenslotte speelde zo’n beetje met de hele ‘who is who’ uit de hoofdzakelijk Europese improvisatiekringen. Van Taylor en Serries verscheen trouwens al gezamenlijk werk bij New Wave Of Jazz. Een totale verrassingsontmoeting was deze avond dus niet. 
Ze laten de aanwezigen eerst rustig kennismaken met een aantal van hun codes en normen. Dat betekent omzichtig geschuifel en geschraap over snaren en minimalistische percussie. Intense stereo-effecten duiken beter op wanneer dit beluisterd wordt met een koptelefoon. Pas na tien minuten gaan ze over tot wat actie en accentueren ze de onderlinge samenhang. Eventjes toch, want al snel grijpen ze terug naar het meer intieme en broze gepuzzel. Naarmate de eerste set vordert, overweegt zelfs de stilte die ze heel omzichtig en uiterst spaarzaam opvullen. De tweede set sluit daarbij naadloos aan, zij het met enkele lichte verschuivingen in accentueringen tot alles wegdeemstert in complete stilte. 
Uitgebracht als digipack met passende schilderijen van Friso Van Wyck. Een van die pareltjes die de cd nog steeds het volle bestaansrecht verlenen. (Jazzenzo)

[…] Le Sud trio works from the concept of lower-case free music, which has been a common European currency since the mid-1970s. Despite Brexit, violist Taylor asserts himself during this continental concert by sawing, sweeping and stretching distinctive patterns from his strings. During the two over half-hour each improvisations however there’s no lead instrument. Positioned power strokes, steel string plinks and diverted chords from Serries plus Van Wyck hollow pops, metal cascades and sliding rubs are as much part of the organic evolution as Taylor’s jumps and stops. The violinist and guitarist have played together frequently, while the Rotterdam-based drummer plays with multiple local ensembles. Including frequent understated or nearly soundless interludes, his percussion asides include the vibrations of unattached cymbals, xylophone like patterning and chain rattling. These textures and other idiophone asides plus string clunks and clanks are often used to mark sound transitions, at which point high-pitched fiddle shrieks accelerate the expositions with tempos similarly torqued. By the middle of “Part Two” straight-ahead sequences give way to dissected tones divided among drum top wipes, spiccato viola stopped strings and banjo-like clanging from Serries. A hearty gong-like reverberation from Van Wyck cuts through guitar strokes and viola strains to signal the concluding motif. Diminishing arco fiddle rubs, drum rumbles and percussive taps on guitar wood diffuse textures into a silence as contained as the piece’s first timbres were squeaky and intermittent. Two similarly constituted trios, two ways of handling interaction, and each legitimate and engrossing. Ken Waxman (Jazz Word)

‘Le Sud’ bevat eveneens liveopnames, nu van een concert dat plaatsvond in Koffie & Ambacht’s Le Sud in Rotterdam, op 29 september 2022. Aanvankelijk horen we met name Serries en Taylor. Verderop horen we zeker ook Van Wijck, maar spaarzaam. Meer percussie, vooral hout, dan drums is wat ik hier hoor. Ingetogen spel overigens aanvankelijk, verderop in spanning wat verder oplopend, tot het weer terugvalt, waarbij vooral Van Wijcks percussie opvalt. En mooi die intieme strijkbewegingen op ongeveer twee derde van dit eerste deel. Tegen het einde toe is het slagwerk ineens wel zeer nadrukkelijk aanwezig, kleurt het bijzonder sterk het klankbeeld, terwijl het tevens als aansporing dient voor Serries en Taylor. Een paar slagen, een paar strijkbewegingen, het tweede deel is begonnen. Klank, dat is waar het ook hier weer allemaal om draait. Als intermezzo binnen alle abstracties horen we Taylor rond de zesde minuut tegen een melodie aanschuren, waarna even verderop Van Wijck opdoemt met speelse percussie. En heel bijzonder klinkt dat fijnzinnige geknisper tegen het einde van dit tweede deel, een fantasierijk klanklandschap wordt hier gecreëerd, overgaand in een al even fijnzinnige afwisseling van noten. Ben Taffijn (Nieuwe Noten)