Obsidian cs806

 

 

 

 

 

 

 

 

My usual questions about the releases of improvised music come up again when I play this new CD by Benedict Taylor (viola) and Dirk Serries (archtop guitar). They recorded their duet on 11 August last year in a chapel in Belgium. Serries get credit for the mixing, and that's the first question:
what's there to be mixed? To what extent does mixing alter the music? Does it still compare with what the audience heard that day? My best guess is that it does. The concert is divided into seven pieces of music, and maybe it covers pretty much the whole concert; the CD lasts almost an hour (perhaps they played multiple sets?). And then, was this a tour or a one-off and if it was from a tour, can we assume this is the best concert, so it got onto a CD? It's not the first time I have addressed such matters, partly because this world of improvisation remains a bit mysterious in that respect, and I wonder why things are as they are. Perhaps it's a spoiler, but I enjoyed the music, but I found the whole hour a bit much (and yes, also something I wrote more than once; I know, one doesn't have to play the entire CD in one session; I always do). What I like about the music is the intimate setting of the sounds. While Taylor and Serries may use superficially chaotic sounds, they keep it small and sparse. Not necessarily quiet; that's something else; they don't play with the notion of silence that much. But most of the time, they keep playing 'small' and 'together'. And odd as it may sound, together doesn't mean there is much of a call and respond thing going on here; each man is an island here, it seems, but together, it creates an exciting myriad of sounds, and it's not always possible to find your way in there. Still, it's nevertheless great as it is. Their approach to the instruments is not very traditional, even when Taylor more than Serries, I think; the latter plays the strings without plucking or bowing, it seems, more stroking and stretching, whereas Taylor bows and plucks away but tries to make it sound less like a violin. And then a forty-five-minute release would have been great; that's the amount of time I can muster to concentrate on this kind of demanding music (at home, that is, as in concert, probably even a lot less). Otherwise, it is one fine work of improvised music. Vital Weekly

 

Dirk Serries is een Belgische gitarist, Benedict Taylor een Britse altviolist. Beiden met een passie voor avontuurlijke, geïmproviseerde muziek, ook als het om een tamelijk ongewone combinatie van instrumenten gaat zoals hier – altviool en archtop gitaar.
Want beide virtuoze musici zoeken graag de grenzen op, waardoor je als onervaren luisteraar soms de indruk kunt krijgen dat ze maar wat aan het rondkrabbelen zijn. Maar als je beter luistert is niets minder waar, want deze twee luisteren geweldig goed naar elkaar en gaan een muzikaal gesprek aan dat je nog nooit eerder hebt gehoord – intens en overrompelend, waarbij je soms niet kunt horen wie wat speelt.
En op andere momenten wordt er bijna fluisterzacht en voorzichtig aftastend gespeeld, waarbij je als luisteraar bijna ongemerkt letterlijk op het puntje van je stoel gaat zitten, zo spannend wordt het dan. Obsidian is een zeldzaam mooie edelsteen, en deze zevendelige geïmproviseerde compositie laat je een muzikale edelsteen ontdekken die je van alle kanten moet bekijken en beluisteren, en die je heel vaak moet beluisteren voor je alle geheimen van deze edelsteen ontdekt hebt. Moors Magazine

 

Gisteren merkte ik reeds op dat altviolist Benedict Taylor en gitarist Dirk Serries graag samenspelen. Het zal onder andere te maken hebben met de bijzondere klankcombinatie van deze twee instrumenten, een combinatie die je desondanks niet vaak hoort. Niet in de laatste plaats omdat binnen de vrije improvisatie altviolisten dun gezaaid zijn. Onlangs namen de twee een duoalbum op, ‘Obisidian’, terwijl ze samen ook te horen zijn op ‘Le Sud’, maar dan in combinatie met slagwerker Friso van Wijck. Beide albums verschenen bij Creative Sources, het label van de gebroeders Rodrigues die Serries in toenemende mate weten te vinden, zowel voor albums op hun label als om mee samen te spelen, waarover later meer. Het is niet de eerste keer dat Taylor en Serries samen een album uitbrengen. In 2019 verscheen reeds ‘Live Offerings 2019’ dat ook hier aan bod kwam. En nu dus dit ‘Obsidian’, met opnames gemaakt tijdens een optreden in de Kapel Oude Klooster in Brecht, qua akoestiek een perfecte locatie voor dit soort optredens. Direct valt op hoe mooi de klanken bij elkaar kleuren, je moet goed luisteren om te horen wie nu precies welk deel van het klankbeeld voor zijn rekening neemt. Regelmatig ingetogen, bijna voorzichtig lanceren de twee hun klanken, plukkend aan de snaren, strijkend, wringend. Maar soms klinkt ook de dynamiek, samen op pad. En mooi dat begin van het tweede deel: Taylor met de strijkstok over de snaren, een hoog en ietwat piepend geluid creërend, terwijl Serries er wat losse noten tussen gooit. En soms, zoals aan het begin van het derde stuk, zit je je al luisterend af te vragen wat ze nu eigenlijk aan het doen zijn, het nadeel van een Cd vergeleken met een concert. Maar bijzonder klinkt het zonder meer. Overigens valt dit deel ook op door de hectiek verderop en het intiemere spel tegen het einde. En terwijl het vierde deel vooral gekenmerkt wordt door hectiek, vallen de delen vijf en zes op door het zoekende, verkennende spel. Opvallend is het redelijk melodische karakter aan het end van het zesde deel, iets wat ook het zevende en laatste deel kenmerkt. Ben Taffijn (Nieuwe Noten)

Aangezien ‘Puncture Cycle’ (NWOJ0018) de nodige positieve reacties uitlokte, wagen altviolist Benedict Taylor en gitarist Dirk Serries zich vijf jaar later aan een vervolg. Vertrouwd geschuifel en gepluk van Dirk Serries en verwante klankverschuivingen van Benedict Taylor.
De flitsende uithalen leiden tot gefragmenteerde ontwrichtingen. Inclusief stilte en minimalistische noten die voor totale ontkoppeling zorgen. “Smells like pure impro”. Opgenomen in de intimiteit van de kapel Oude Klooster in Brecht en uitgebracht als uitvouwbare digipack met natuurfoto’s van Martina Verhoeven.
Live op 30 en 31 maart in de Londense improvisatietempel Hundred Years Gallery. (Jazz'halo)

Muzycy zaczynaj?, jakby ich spotkanie by?o tym pierwszym, jakby zwarli spojrzenia ca?kiem przypadkowo. Drobne zgrzyty na gryfie altówki i subtelnie rozci?gane struny gitary daj? tylko pozór. Wystarczy kilka chwil, by muzycy z?apali wiatr w ?agle i pognali w pierwsz? bardziej energiczn? przebie?k?. S? umiarkowanie g?o?ni, bardzo zapalczywi, pe?ni werwy i wiary w moc przenoszenia ka?dej góry, jak? napotkaj? na swojej drodze. Nie maj? lito?ci dla strun, id? ?eb w ?eb, a ich ko?skie grzywy wiruj? na wietrze. Taylor jako pierwszy ?apie drobne ?d?b?a melodii, Serries skupia si? na wydumanej agresywno?ci. Po chwili urokliwie szukaj? ciszy.
Teraz altówka zdaje si? mrucze? antycznym j?zykiem praczasów. Gitara cedzi mikro frazy przez zaci?ni?te z?by. Ich opowie?? nadyma si? tym razem westchnieniami violi i po?amanymi riffami archtopa. Po nied?ugiej chwili s? ju? na przednówku ciszy i zaczynaj? b?yskotliwie interferowa?. Nim ta cz??? ich opowie?ci umrze, zd??? jeszcze rzuci? sobie kilka gro?nych spojrze?.
Pod sztandarami trzeciej improwizacji arty?ci dziel? ka?dy w?os na czworo. Delikatnie stukaj?, szemrz? po k?tach - altówka chroboce zza grobu, gitara rysuje wielkie p?tle niesko?czono?ci. Potrzebuj? a? czterech minut, by popa?? w pierwszy spazm ekspresji. Nawet zaczynaj? wtedy ha?asowa? – szczypta powykrzywianej melodii Benedicta napotyka na gar?? strunowych dykteryjek Dirka. Najpierw graj? w pche?ki, potem ostrz? no?e, ale fina? tej zabawy to truely acoustic noise!
Bolesny post-barok w cz??ci czwartej buduje zarówno Anglik, jak i Belg. Ka?dy innymi metodami osi?ga podobny skutek. Ma?e melodie kalecz? si? tu o ostre przedmioty. Nadymaj? policzki, ha?asuj?, by po chwili ta?czy? wyj?tkowo filigranowym krokiem. Na obrze?ach pud?a rezonansowego gitary czaj? si? drobinki bluesa, na gryfie altówki mo?ci si? czarnobia?y kocur. Wydaje si?, ?e improwizacja zginie w ciszy zaniechania, a jednak niesiona temperamentem muzyków skacze do samego nieba.
Pi?ta historia rodzi si? w bólu. Poród jest trudny, zachodzi ryzyka cesarskiego ci?cia. Struny j?cz? pod naporem ?okci, palców i podbródka. Akcja toczy si? na silnie zaci?gni?tym r?cznym, ale jej uroda eksploduje w ka?dej sekundzie. Wyj?tkowo zmys?owy odcinek tej szalonej eskapady wie?cz? rezonuj?ce bole?ci.
Tymczasem artystów odnajdujemy na o?lej ??czce, w porannych pl?sach godowych. Delikatna altówka szuka rytmu, bardziej kanciasta gitara raczej zaczepki. Muzycy wzajemnie si? prowokuj?, szczerz? z?by, dygocz? z emocji. Po chwili jednak uspakajaj? si? i wchodz? w faz? drobnych akcji podawanych naprzemiennie, a? do ?mierci danego w?tku. W ko?cu ca… cisz? i umieraj?.
Ostatni epizod, zatem muzycy czyni? wiele, by by? tym najpi?kniejszym. Preparuj? w mroku, ledwie dotykaj? swoich instrumentów. Wzdychaj? post-barokowo, g?askaj? szorstkie struny, szepcz? z?e s?owa. Coraz d?u?sze poci?gni?cia p?dzlem, mimowolne skomlenia i równowa?niki zada?. Na ostatniej prostej obaj ?piewaj? melodie post-barokowego zapomnienia. Do nast?pnego razu! (Trybuna Muzyki Spontanicznej)

L'obsidienne est une roche volcanique vitreuse et riche en silice. De couleur grise, vert foncé, rouge ou noire, elle est issue d'une lave acide (type rhyolite). La vitrification en masse est rendue possible par le fort degré de polymérisation de la lave.
Ce n’est pas la première fois que le violiste Benedict Taylor enregistre avec le guitariste Dirk Serries (ici acoustique), mais sans doute leur session la plus convaincante. À force de concerts et après quelques enregistrements, ils ont fini par polir la pierre magique de leur duo en roue libre. Taylor est un fervent des groupes d’improvisation « de chambre » comme le magnifique trio Hunt at The Brook avec le clarinettiste Tom Jackson et le guitariste Daniel Thompson. Ce trio vient d’ailleurs de publier un excellent double CD pour le label de Serries, a new wave of jazz : « hunt at the brook again/ hunt at the brook w. Neil Metcalfe ». Et Creative Sources a un trio de Serries et Taylor avec le percussionniste Friso Van Wijck. Benedict Taylor adore étirer ses notes, les tordre, élargir les intervalles ou les réduire de manière plastique, flirtant avec la microtonalité et striant les sonorités. Son archet fait vibrer l’instrument, osciller les tonalités, gratter les cordes, percuter la caisse etc… C’est par vagues et cascades de notes, pincées sauvages et clusters bruts que Dirk Serries avance, presse le temps, seconde l’altiste, le devançant ou l’entourant de rhizomes d’accords fracturés. L’altiste joue parfois au compte-goutte pour provoquer le guitariste ou fait gonfler la texture, le bois résonnant de la caisse comme si les écoutilles caractéristiques du violon alto avaient une vie propre. Sept improvisations se succèdent, certains gestes hésitant désignent soniquement des recoins de chaque instruments, recherchant des bruits, des chocs, des touchers hagards et des frottements intimes. On explore, introspecte, recherche, frictionne, les sons aléatoires ou prémédités s’échangent, circulent se répondre. Le bruitisme animé, pointilliste - décalé débouche sur de véritables dialogues, des correspondances sonores, des torsions vibratoires, la paume et les doigts pressés sur l’archet ou les cordes, le plectre picotant- picorant. Des mouvements de va et vient des ondulations circulent dans l’air ambiant. Une suite logique sous-jacente se dessine au fil des plages comme si une histoire nous était contée… Un beau moment de poésie musicale. Une communion des esprits. J’aime vraiment beaucoup ce disque. Une pierre noire obsessionnelle. Jean-Michel Van Schouwburg (Orynx)